KABINET STELT GASBORINGEN WADDENZEE UIT MAAR HOUDT GASPEDAAL VOOR NOORDZEE VOL INGEDRUKT

Vorige week bepaalde demissionair staatssecretaris Vijlbrief dat het kabinet voorlopig geen toestemming geeft voor nieuwe gaswinning in de Waddenzee. Met dit besluit werd een nieuwe aanslag op het kwetsbare natuurgebied voorlopig afgewend. Maar waar het kabinet in het geval van de Waddenzee wel verantwoordelijkheid neemt voor de schadelijke gevolgen van gaswinning, kiest het tegelijkertijd voor versnelde en langdurige gaswinning op de Noordzee. Dit overheidsbeleid is in strijd met Nederlands eigen natuurbeschermingswet- en regelgeving en schendt het maatschappelijke belang.


Draagkracht ecosysteem
De optelsom van schadelijke effecten op de Noordzee natuur, onder meer veroorzaakt door scheepvaart, visserij, windparken en olie- en gaswinning, zorgt ervoor dat de draagkracht van het Noordzee ecosysteem zwaar is overschreden. De belofte van het Noordzee Akkoord uit 2021 was dat deze activiteiten in een van de drukste zeeën ter wereld in goede banen geleid zouden worden. Al vanaf het begin was er in het Noordzee akkoord te weinig ruimte voor bescherming van natuurgebieden op zee ingeruimd, namelijk 15 procent tegen mobiele bodemberoerende visserij. Dit is een groot verschil met de op de wetenschap gebaseerde en in internationaal en Europees verband afgesproken minimale 30 procent van de zee die effectief moet worden beschermd tegen 2030. De afspraken die het Rijk, natuur- milieuorganisaties, de visserij en de energiebranche daarin hebben gemaakt zijn zelfs onder het minimum wat er nodig is voor bescherming en herstel van het Noordzee ecosysteem. Helaas slaagde de overheid er niet om slechts enkele procenten van het Nederlandse deel van de Noordzee effectief te beschermen. Sterker nog, nog geen 1 procent van de Noordzee is gevrijwaard van alle schadelijke effecten door menselijke activiteiten.


Geen uitfasering fossiele energie
Op het gebied van klimaatactie heeft Nederland de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn, wat een uitfasering van fossiele energie betekent. Het Internationaal Energie Agentschap roept overheden op om geen nieuwe bronnen van fossiele energie meer aan te boren, om de opwarming van onze planeet onder de 1,5 graden te houden. Onderzoeksorganisatie Oil Change International stelde deze maand nog vast dat het Nederlandse olie- en gasbeleid niet in lijn is met de richtlijnen van het Parijs Akkoord . Toch blijft het kabinet vergunningen afgeven voor gasboringen in de Noordzee tot tenminste 2045.


Zo werd onlangs door de Nederlandse overheid weer een vergunning afgegeven voor nog meer gasboringen op de Nederlandse Doggersbank door Petrogas , op basis van een zeer gebrekkige passende beoordeling van de effecten op de natuur. Daarmee staat Nederland toe dat vervuilende en verstorende activiteiten blijven plaatsvinden in het beschermde zeegebied.


Ook in het beschermde zeegebied de Borkumse Stenen wil One-Dyas naar gas boren. Daarover loopt een rechtszaak die is aangespannen door bezorgde burgers en natuur- en milieuorganisaties. In alle beschermde zeegebieden op de Noordzee vinden nog steeds op grote schaal olie- en gasboringen plaats. Kaarten van activiteiten op de Noordzee doen denken aan een plattegrond van een gigantisch industrieterrein. En je hebt er een vergrootglas nodig bij het zoeken naar effectief beschermde natuur.

Natuurschade door gaswinning
Sinds de jaren zestig boren de Noordzeelanden naar olie en gas in de Noordzee. In de Nederlandse wateren zijn er ongeveer 160 platforms in gebruik. Het plaatsen van een platform heeft schadelijke effecten op het leefgebied en het onderwaterleven. Dat betekent voor veel zeeleven directe of indirecte dood, verwonding of beschadiging, verdrijving, en ophoping van gifstoffen met negatieve effecten op de hormoonhuishouding en voorplanting. Daarnaast verandert de gaswinning infrastructuur de fysieke omgeving en de zeebodem. Er is in een straal van een kilometer rond de platforms dan ook een afname van biodiversiteit te zien. Andere schadelijke effecten van de boringen zijn:

  1. Toename van schadelijk onderwatergeluid door de boringen, door het seismisch onderzoek en door toename van vaarverkeer voor beschermde soorten zoals bruinvissen en kabeljauw.
  2. Het direct affakkelen van gas heeft schadelijke effecten op natuur en klimaat. Hierbij komt stikstof en CO2 vrij, maar ook hitte, lawaai en lichtvervuiling, waardoor foerageergebieden en migratieroutes van onder andere zeevogels en vleermuizen worden verstoord.
  3. Lozen van giftige stoffen in zee, zoals giftig productiewater vol zware metalen, koolwaterstoffen, en andere verontreinigende stoffen; stoffen die niet of nauwelijks afbreken in de natuur en zich opstapelen in het zeeleven. Tijdens het boren en het onderhouden van de installaties en leidingen worden giftige chemicaliën geloosd die in het ecosysteem terecht komen. Deze stoffen zijn schadelijk voor het zeeleven en komen bovendien in onze voedselketen en ook in ons terecht.
  4. Toename van troebelheid door de dump van boorvloeistof en vervuild boorgruis zorgt voor vertroebeling van het water en is schadelijk voor zeeleven als schelpdieren, zachte koralen en sponzen.


Niet alleen de uitstoot van platformen, habitatverlies, vervuiling en het vrijkomen verbranding van broeikasgassen is een probleem. Ook de infrastructuur eromheen. Het netwerk van lekkende pijpleidingen is een tot op heden onderschat probleem. Leidingen die op de zeebodem vergaan, kunnen radioactieve straling en kwik verliezen. Kwik is een bedreiging voor het hele ecosysteem en biodiversiteit. Zelfs een kleine toename ervan kan grote gevolgen hebben voor de natuur. Volgens de huidige wetgeving mogen de leidingen gewoon blijven liggen als ze niet meer in gebruik zijn. Dit heeft lange termijneffecten op het leven in de Noordzee en op ons, omdat deze stoffen overal in het milieu en in onze voedselketen terecht komen. Zo is bijvoorbeeld het kwikgehalte in schol al te hoog.


Versnelde procedures
Waar de overheid nu juist terughoudend zou moeten zijn met het verlenen van nieuwe vergunningen voor olie- en gasboringen in de Noordzee, kondigde de staatssecretaris Vijlbrief juist versnelde procedures voor vergunningverlening aan. Volgens de wet- en regelgeving moeten bedrijven aantonen dat hun activiteit geen significant negatief effect heeft op het beschermde zeegebied en de beschermde diersoorten. In de realiteit huren bedrijven grote consultancybureaus in om stelselmatig de negatieve effecten onder het tapijt te schuiven. Die effectenbeoordelingen staan vol fouten en trekken conclusies die wetenschappelijke onderbouwing missen. De grote hoeveelheden vergunningen die worden verleend aan schadelijke, industriële activiteiten op de Noordzee zijn niet meer bij te benen voor bezorgde burgers en betrokken natuur- en milieuorganisaties. Deze democratische tegenmachten zijn helaas onvoldoende uitgerust om effectief al deze vergunningen aan te vechten.


Beleid schaadt geloofwaardigheid overheid
De kwaliteit van de Noordzeenatuur holt achteruit door de druk die scheepvaart, visserij en de energiewinning op het ecosysteem leggen. Waar Nederland zich enerzijds verbindt aan verdragen, wetten en akkoorden die de leefbaarheid van ons land en de planeet op langere termijn moet waarborgen, kiest de overheid in werkelijkheid voor kortetermijnwinsten die indruisen tegen het maatschappelijke belang.
Het huidige beleid is een bijl aan de wortel van het voor natuurbescherming toch al ondermaatse Noordzee Akkoord. Greenpeace Nederland, die van meet af aan betrokken was bij het akkoord, besloot vorige week om uit het akkoord te stappen. Het huidige beleid is ook in strijd met natuurbeschermingsrecht zoals de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, Kaderrichtlijn Mariene Strategie en de Nederlandse Omgevingswet.


De koers van versnelde vergunningverlening voor Noordzee olie- en gasboringen ten koste van natuur en klimaat in combinatie met het blijven toestaan van nieuwe boringen in beschermde zeegebieden, schaadt de geloofwaardigheid in de politiek en onze leiders. Het was demissionair Premier Rutte die tijdens de laatste internationale klimaatconferentie nog zei dat we meer moeten doen om fossiele brandstoffen uit te faseren en het was Minister Van der Wal die het grote belang van natuurherstel weer onderschreef.


Blijft het bij – om Thunberg te citeren – ‘Blah blah blah’? Of gaat de Nederlandse overheid de eigen afspraken, wetten en regels naleven door Noordzee olie- en gaswinning versneld uit te faseren en te verbieden in de zeegebieden die ze zou moeten beschermen?